woensdag, 1 januari, 2014, 9:15 pm - Persoonlijk
door Martin Braak
Ik wil iedereen een gelukkig en gezond nieuwjaar wensen!door Martin Braak


« | Januari 2014 | » | ||||
Ma | Di | Wo | Do | Vr | Za | Zo |
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | ||
6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 |
13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 |
20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 |
27 | 28 | 29 | 30 | 31 | ||
6 februari 2023 |
Wetenschappers hebben ontdekt dat tienerseks negatieve gevolgen heeft voor het lichaam en brein van de hamster. Of dat ook voor mensen geldt?
De onderzoekers namen hamsters die nog echt tieners waren (40 dagen oud) en lieten ze paren met een volwassen vrouwtje. Vervolgens werden de hamsters enige tijd bestudeerd. De resultaten van dat onderzoek werden vergeleken met de resultaten van onderzoek onder controlegroepen: hamsters die nog maagd waren en hamsters die pas op latere leeftijd voor het eerst seks hadden.
Depressief
De hamsters die al op jonge leeftijd hadden gepaard, waren er opvallend slechter aan toe dan de controlegroepen. Ze vertoonden gedrag dat erop wijst dat ze depressief waren. Ook hadden ze een lager lichaamsgewicht en reageerde hun immuunsysteem zelfs als er geen sprake was van een infectie heel sterk. Dat laatste wijst erop dat ze mogelijk een autoimmuunziekte hadden ontwikkeld.
Brein
Ook in het brein waren verschillen te bespeuren. Zo bleken de hamsters die op jonge leeftijd seks hadden gehad minder lange dendrieten te hebben. Dit zijn uitlopers van de zenuwen die signalen van het lichaam naar het brein overbrengen. Seks doet iets wat deze cellen interpreteren en waar deze cellen op reageren met kortere dendrieten, legt onderzoeker Zachary Weil uit. Hoe seks dat precies doet, is onduidelijk.
Consequenties
Op jonge leeftijd een seksuele ervaring hebben, is niet zonder consequenties, concludeert onderzoeker John Morris. Waarschijnlijk komt dat doordat het zenuwstelsel in deze periode nog volop in ontwikkeling is. Het is mogelijk dat ervaringen extra grote consequenties hebben wanneer ze plaatsvinden in de periode waarin het zenuwstelsel zich nog aan het ontwikkelen is.
De onderzoekers waarschuwen dat hun studie niet mag worden aangegrepen om te stellen dat tienerseks ook onder mensen een slecht idee is. Daarvoor is nog meer onderzoek nodig.
Het brein van een goudhamster in winterslaap vertoont veranderingen die sterk lijken op hersenschade bij Alzheimerpatiënten.
Dat blijkt uit een onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen. Het brein van dieren die een winterslaap houden, ondergaat grote temperatuurwisselingen en perioden van energietekort. Neurobioloog Ate Boerema onderzocht de hersenen van een winterslapende goudhamster en kwam er achter dat de optredende hersenverandering sterk lijkt op de hersenschade van patiënten die aan de ziekte van Alzheimer lijden.
Torpor
Winterslapers gaan tijdens de winter, om te kunnen overleven onder zware omstandigheden, in torpor. Dit is een periode waarin de stofwisseling van het dier op een laag pitje staat en de lichaamstemperatuur afkoelt naar temperaturen net boven de omgevingstemperatuur. De goudhamster houdt ook zon winterslaap, maar is wel een intervalslaper: het dier warmt af en toe weer even op om onderhoud aan de hersenen te plegen. En dat is maar goed ook, want dat voorkomt dat zenuwcellen in de hersenen afsterven, zo blijkt.
Fosforylering
Gezonde zenuwcellen bevatten tau-eiwitten: deze verstevigen het skelet van de cel en maken transport van stoffen binnenin de cel mogelijk. Bij Alzheimerpatiënten hopen fosfaatgroepen zich op het tau-eiwit op, een proces dat fosforylering wordt genoemd. Het eiwit functioneert dan niet goed meer en krult op, met als gevolg dat de cel afsterft. Doordat de winterslapende goudhamster tijdelijk uit de torpor komt en de hersen tussentijds opwarmt, voorkomt het dier onomkeerbare hersenschade. Zodra de hamster weer een temperatuur bereikt van ongeveer 28 graden Celsius, verdwijnen de fosfaatgroepen van het tai-eiwit. Uit het onderzoek blijkt ook dat het beestje niet aan Alzheimer lijdt: hij weet nog precies waar zijn voedsel ligt opgeslagen.
Bescherming
Boerema denkt dat de fosfaatgroepen op het tau-eiwit bij een temperatuur van 28 graden Celsius, de plaats innemen van suikers. Hierdoor is de mogelijkheid van de cel om energie te spenderen beperkt. De fosforylering fixeert dan als het ware de hersenstructuur en helpt tijdens het afkoelen het energieverbruik van die zenuwcellen te beperken en daarmee tegen schade te beschermen, zegt hij in het artikel.
De onderzoeksresultaten bieden niet meteen een nieuw inzicht in een medicijn tegen Alzheimer. Er zijn ook verschillen tussen de hersenen van Alzheimerpatiënten en winterslapers. Bij de ziekte van Alzheimer is er sprake van veel factoren die het ziekteproces beïnvloeden, waaronder een energieprobleem in de hersenen waardoor de schade ontstaat. Die onderliggende problemen moet je eerst oplossen. Belangrijk is dat we met dit onderzoek een natuurlijk diermodel hebben gevonden om de hersenveranderingen te bestuderen die je ook tijdens de ziekte van Alzheimer in mensen ziet.
Bronmateriaal:
"Winterslapers vertonen Alzheimer-achtige hersenveranderingen" - rug.nl
De foto bovenaan dit artikel is gemaakt door Adamjennison111 Clements (via Wikimedia Commons).
Wetenschappers hebben ontdekt dat sommige stukjes DNA een dubbele betekenis hebben.
De DNA-instructies van een cel bevatten niet alleen codes voor de samenstelling van aminozuren waaruit eiwitten in een cel worden opgebouwd.
Het coderende deel van het DNA schrijft op sommige plekken ook voor aan welke delen van genen eiwitten zich moeten binden. Deze tot nu toe onbekende tweede betekenis bepaalt welke genen meer of juist minder tot uiting komen.
Dat melden onderzoekers van de Universiteit van Washington in het wetenschappelijk tijdschrift Science.
Opvallend
De ontdekking van de dubbele betekenis van DNA kan leiden tot een gedetailleerder begrip van genetische informatie. Lang werd aangenomen dat het coderende deel van DNA voornamelijk informatie bevatte over de samenstelling van eiwitten in cellen.
Deze informatie ligt vast in de vorm van codons, drieletterige codes in het DNA die staan voor de volgorde van aminozuren waaruit eiwitten worden opgebouwd.
Ongeveer 15 procent van deze codons heeft echter een tweede betekenis, zo blijkt uit het nieuwe onderzoek. De stukjes genetische code geven ook instructies aan de cel voor de manier waarop bepaalde genen moeten worden gecontroleerd door eiwitten.
Tot nu toe vermoedden wetenschappers dat deze zogenoemde transcriptiefactoren waren opgenomen in niet-coderende stukjes van genen, oftewel junk-DNA.
Gevolgen
De onderzoeksresultaten kunnen volgens hoofdonderzoeker John Stamatoyannopoulos leiden tot een betere interpretatie van DNA.
"Het feit dat de genetische code tegelijkertijd twee soorten informatie kan voorschrijven betekent dat DNA-veranderingen die alleen de samenstelling van eiwitten leken te beïnvloeden in werkelijkheid ook de controle van bepaald genen kunnen verstoren, waardoor bijvoorbeeld ziektes ontstaan", verklaart Stamatoyannopoulos op de nieuwssite van de Universiteit van Washington.
"Deze nieuwe bevindingen laten zien dat DNA een ongelooflijk krachtig opslagmechanisme is, dat door de natuur op zeer onverwachte manieren wordt geëxploiteerd", aldus Stamatoyannopoulos.