Besluit houders van dieren    Invloeden van externe factoren    Bloedmijt bestrijden    Roborovski mijn verhaal    Magische mutaties    Overzicht artikelen
 Besluit houders van dieren    Invloeden van externe factoren    Bloedmijt bestrijden    Roborovski mijn verhaal    Magische mutaties    Overzicht artikelen

Dierenwet - het besluit houden van dieren

Op 1 juli 2014 is het nieuwe besluit "houden van dieren" in werking gegaan en dit geldt voor alle soorten dieren waaronder de knaagdieren, vogels en reptielen. Dit besluit valt onder de Wet dieren en vervangt onder andere het Honden- en kattenbesluit dat alleen over honden en katten ging. In dit besluit staan regels waar houders van dieren zich aan moeten houden en staan regels met betrekking tot bedrijfsmatig opvang, fokken, afleveren en verhandelen van huisdieren. In het besluit staat dat hobbyfokkers die niet bedrijfsmatig bezig zijn, eveneens aan de regels voor het fokken moeten houden.

Attentie: In 2020 is een artikel op deze website geplaatst met een update. Klik hier omdat hier naar toe te gaan.

Wanneer bedrijfsmatige activiteiten zoals verkoop, afleveringen en opvang van huisdieren, dan gelden de volgende regels:
  1. Je registreert een aantal persoonsgegevens en een aantal gegevens van de inrichting waarin de activiteiten plaatsvinden bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, afgekort RVO. Dit moet je doen vóórdat je start met de activiteiten. Via de website www.rvo.nl kan je online registreren en krijg je een Uniek Bedrijfsnummer (UBN).
  2. De beheerder is degene die de dagelijkse leiding geeft aan de activiteiten. Hij of zij heeft een bewijs van vakbekwaamheid voor de diergroep(en) die wordt gehouden. Bij het registreren moet je bewijs van vakbekwaamheid mee sturen. Dit kan je tegelijkertijd met de registratie op RVO mee versturen d.m.v. het uploaden.
  3. Je moet aan de regels voor huisvesting, verzorging en fokken houden.
Bedrijfsmatig wordt bij RVO gedefinieerd zijnde dat je bezig bent met activiteiten met huisdieren met een zekere omvang en regelmaat. En dat dit in meeste gevallen wel duidelijk is zoals bij een dierenspeciaalzaak of een dierenpensioen. Voor de minder duidelijke gevallen hebben ze een lijst van indicaties opgenomen die activiteiten met huisdieren als bedrijfsmatig kan beschouwen:
  1. Je fokt niet om de dieren zelf te houden als huisdier en ook niet voor uw familie en vrienden.
  2. Je verkoopt of levert de dieren af aan anderen dan familie en vrienden.
  3. Je vangt de dieren op tegen een vergoeding en u plaatst hiervoor advertenties.
  4. Je hebt ruimtes speciaal ingericht voor de opvang, handel of het fokken van de dieren.
  5. Je bent geregistreerd bij de Kamer van koophandel of je hebt een BTW-nummer.
  6. Je adverteert.
  7. Je oefent de activiteiten uit om winst te maken.
De bovenstaande indicaties hoeven niet allemaal van toepassing te zijn om iets als bedrijfsmatig te beschouwen. Ook hoeft het niet winstgevend te zijn. Voor honden en katten is een getalsmatige indicatie die kan meetellen, namelijk op jaarbasis twintig honden of katten verkocht, gefokt, opgevangen of afgeleverd.

Het besluit is ingevoerd om de regelgeving voor bedrijfsmatige activiteiten mogelijk te maken en daarbij is niet stil gestaan dat bij het fokken van kleine knaagdieren snel aan de voorwaarden van bedrijfsmatig voldaan wordt. Via Marktplaats of eigen website wordt vaak reclame gemaakt, gefokte overschot worden vaak aan andere dan vrienden en familie verkocht, de meeste fokkers hebben een ingerichte hobbykamer die gedefinieerd kan worden als een speciaal ingerichte ruimte. De definitie die de woordenboek voor bedrijfsmatig aanhoud is: in het kader van de uitoefening van het bedrijf, niet privé of particulier.

Het zijn dan ook indicaties en moeten niet gelezen worden indien aan voldaan wordt, ben je bedrijfsmatig bezig. De wet en het besluit zijn in het leven geroepen om de activiteiten van ondernemers te regelen. Maar als hobbyfokker moet je wel realiseren dat wanneer de discussie gevoerd wordt, je de vragen goed beantwoord. Kom je in een situatie terecht waarbij de dierenbescherming face-to-face vragen stelt, vraag dan of ze de vragen per brief willen stellen. Ook wanneer zij de fokruimte willen bezichtigen, vraag dan of ze daar recht op hebben. En probeer niet vanuit je enthousiasme direct de vragen te beantwoorden en een rondleiding te geven. Dan kan het zijn dat je een verkeerde indruk geeft en dat zij aan de hand van hun checklist concluderen dat jij bedrijfsmatig bezig bent.

Bij bedrijfsmatige activiteiten hebben beheerders die voor 1 juli 2015 gestart zijn, tot 1 juli 2020 de tijd om aan te tonen dat zij een opleiding hebben m.b.t. vakbekwaamheid. In hetzelfde besluit wordt ook genoemd dat op tentoonstellingen, beursen en markten voor andere soorten dan honden en katten iemand aanwezig moet zijn met bewijs van vakbekwaamheid. Eveneens geldt hier een overgangsregeling tot 1 juli 2020. Ook staat beschreven dat het evenement van te voren bij de overheid aangemeld dient te worden.

Bij het fokken met huisdieren zijn regels opgenomen dat het fokken op een dusdanig manier moet gebeuren dat het niet schadelijk is voor het welzijn en de gezondheid van de ouderdieren en jongen. Kort samengevat zijn de regels:
  1. Je zorgt er zo veel mogelijk voor dat ernstige erfelijke afwijkingen en ziekten niet worden doorgegeven.
  2. Je zorgt er zo veel mogelijk voor dat uiterlijke kenmerken die schadelijk kunnen zijn niet worden doorgegeven.
  3. Je zorgt er zo veel mogelijk voor dat ernstige gedragsafwijkingen niet worden doorgegeven.
  4. Het aantal nesten of nakomelingen mag gezondheid of welzijn van het dier niet benadelen.
  5. Voortplanting moet zo veel mogelijk op natuurlijke wijze gebeuren.
  6. Een hond krijgt binnen een aaneengesloten periode van twaalf maanden maximaal één nest.
  7. Een kat krijgt binnen een aangesloten periode van twaalf maanden maximaal twee nesten of maximaal drie nesten in 24 maanden.
Tevens wordt opgemerkt dat om aan deze regels te voldoen dat je op de hoogte van ontwikkelingen van de diersoort moet blijven waarmee gefokt wordt.

Er is met betrekking tot dit besluit nog geen jurisprudentie en hoe voldaan moet worden aan deze zorgplicht is niet helder. Het kan zijn dat in de toekomst het bijhouden van een stamboom verplicht gaat worden. En het kan zijn dat bijvoorbeeld de naaktrat verboden gaat worden. Dit moet in de toekomst uitwijzen. Fokkers moeten nadenken over hun fokbeleid zodat bij vragen zij kunnen aangeven hoe zij zorgen dat er zo min mogelijke erfelijke afwijkingen en ziektes gefokt worden en voorkomen wordt.

Ook moeten (hobby)fokkers op de hoogte blijven van de ontwikkelingen van de diersoort waarmee zij fokken. Dit kan bijvoorbeeld door lid te worden van de Nederlandse Knaagdierenfokkers Vereniging (N.K.V.). Met een lidmaatschap op een fokkersvereniging kan je onderbouwen dat je op deze wijze probeert om op de hoogte te blijven.

Met betrekking tot bedrijfsmatig bezig zijn met huisdieren en de huisvesting zijn er verschillende algemene regels opgenomen. Er worden geen maten van kooien genoemd. De dieren moeten voldoende bewegingsvrijheid hebben, beschermd zijn tegen weersomstandigheden, natuurlijk gedrag kunnen tonen, dat de ruimtes deugdelijk zijn zonder slecht materiaal en scherpe randen en dat de huisvesting niet het gezondheid en welzijn van het dier benadeelt.

Per 1 juli 2014 is verboden om huisdieren te verkopen aan personen jonger dan 16 jaar. Tevens moeten verkopers vanaf 1 juli 2014 schriftelijke informatie verstrekken m.b.t. algemene informatie over de aangeschafte huisdier en verzorging. Het gebruik van internet voor informatieverstrekking is toegestaan. Het is dus toegestaan om schriftelijk een link mee te geven waar deze informatie te vinden is.

De handhaving van het besluit ligt bij de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming en de NVWA. De nieuwe regelgeving zal na drie jaar worden geëvalueerd.

Link naar het besluit:
http://wetten.overheid.nl/BWBR0035217/Hoofdstuk3/2/geldigheidsdatum_31-08-2014

Positieflijst

Staatssecretaris Dijksma heeft in een kamerbrief van 2 juli 2014 aangegeven dat de invoering van de positieflijst zoogdieren wordt uitgesteld tot 1 januari 2015. De oorzaak komt voort dat de WUR een database heeft ontwikkeld waarbij niet voldoende heeft gedocumenteerd om achteraf inzicht te geven waarom bepaalde risico-inschattingen zijn gemaakt. De Raad voor Dierenaangelegenheid (RDA) heeft dan ook aangegeven dat er geen overtuigende en juridisch houdbare voorschriften kunnen benoemen waarmee het ingeschatte gezondheids- en welzijnsrisico kan worden geminimaliseerd.

In een overleg met o.a. Dibevo, Platform Verantwoord Huisdierenbezit en Stichting AAP is een aangepaste methode voor toetsen opgesteld en onafhankelijke wetenschappers gaan de risico's in kaart brengen.

De dierenbezitters van een op 1 januari 2015 in Nederland geïnventariseerde, maar nog niet beoordeelde zoogdiersoort worden vrijgesteld van het houd- en fokverbod tot een besluit is genomen over aanwijzing of niet-aanwijzing van de soort. Zij zullen onder een overgangsregeling gaan vallen. De niet vermelde diersoorten zullen niet in de beoordeling meegenomen worden en mogen vanaf het in werking treden van de positieflijst op 1 januari 2015 niet meer in Nederland gehouden worden. Dierenbezitters van aantoonbare in Nederland gehouden zoogdiersoorten die niet op de lijst staan hebben tot 1 januari 2015 de tijd om hun dieren alsnog te melden. Dan zal de diersoort alsnog toegevoegd gaan worden aan de lijst van nog te beoordelen zoogdiersoorten.

Het is dan ook van groot belang om de knaagdiersoorten waarmee gefokt worden, aan te melden!

Martin Braak, september 2014