Algemene informatie    Russische dwerghamster    Campbelli dwerghamster    Roborovski dwerghamster    Chinese dwerghamster    Syrische hamster    Andere soorten    Hybriden    Keuringen
 Algemene informatie    Russische dwerghamster    Campbelli dwerghamster    Roborovski dwerghamster    Chinese dwerghamster    Syrische hamster    Andere soorten    Hybriden    Keuringen

Blog over hamsters

Klik hier voor het blog menu
Tommy & ik doen praatjes 
zaterdag, 22 januari, 2022, 10:35 pm - Persoonlijk
door Martin Braak
Ach, mam, ik kan je niet vertellen wat Tommy & ik allemaal mee maken. En kan je niet vertellen hoe we met elkaar praten. Als je nog zou leven, dan zal je lachen, verbaast zijn en tussen door zeggen dat ik wel heel gestoord ben.

Ma, het begon direct nadat ik Tommy mee nam naar mijn huis. Je had meer dan 10 zakjes snoep gekocht zodat je in gedachten dit aan Tommy meegaf. Natuurlijk kreeg hij direct een snoepje en dit noem ik altijd (nog) mamasnoepje. Hij weet precies wat ik nu met mamasnoepje bedoel. Natuurlijk wilde ik hem niet te veel snoepjes geven. Het woordje straks kwam erbij. Maar ook de worden nee en morgen. De mamasnoepjes wilde ik op een gegeven moment alleen na het kammen geven. Daarom kocht ik andere snoepjes en dat noem ik altijd snoepje.

Toen hadden wij op twee plekken kattensnoep liggen. En er kwam ook andere, soms wat Tommy lekkerder vindt, snoep bij. En mam, zo kwam het dat Tommy 'waar dan' leerde. Wil jij een snoepje? Tommy reageert altijd met een miaauw en maakt een etend gebaar met zijn bekje. Dan zeg ik waar dan? En Tommy springt naar de plaats waar de snoepjes liggen. Maar mam, op een gegeven moment heb ik ook zakjes soep voor katten gekocht. En Tommy vindt dat zo enorm lekker. Ja, ik weet het mam, het is veel te duur, 75 cent per zakje. Maar ik gaf het hem nadat ik terug komen van de supermarkt en hij kreeg het 2 tot maximaal 3 keer per week. En zo waren er drie plekken. Waar is soepje? En hij loopt voor mij uit naar de kast waar dit altijd ligt. Ja voor mij, kijkt achterom of ik mee loop, loopt met mij er naar toe. In het begin van het coronavirus gaf ik Tommy elke dag die soepjes. Ja mam, dat kwam omdat hij ging zeuren om die soepjes. Jaajaa, ik weet het. Maar ineens afgelopen jaar voor de zomervakantie liet hij de soepjes staan. Hij at ze niet meer. En mam, soms ging hij er om zeuren, jammeren, mij aanbidden om een soepje te krijgen. En dan dacht ik ... maar hij at het daarna niet op. 75 cent mam, kon ik elke keer weg gooien. Ik ben er mee gestopt. Halfjaar lang heeft hij ze niet meer gehad en nu geef ik ze zo nu en dan. En hij is er elke keer blij mee. Maar zeurt er niet meer om.

Mam, waar jij altijd vroeger zat, daar zit Tommy. Tommy ging vanaf begin al daar liggen. Dat doet hij nu dagelijks na 4,5 jaar nog steeds mam. Daar bij het voorraam waar jij uit de hemel hem vast kunt zien. Ik heb een warm kleed op de zitplaats gelegd en hij ligt of op de leuning of op het kleedje. Lekker slaapjes doen. En dat is ook een woord dat Tommy nu begrijpt. Slaapjes doen? Bedje toe? Als ik naar bedje toe zeg dan springt hij op. Dan gaat we samen naar bed. Maar ineens zei ik op schootje. En hij ging bij mij zitten. Het woord kende hij nog van jou tijd mam. Dat had ik echt lang niet meer gezegd, kom maar op schootje. Want de eerste twee jaar heeft hij niet op mijn schoot gezeten. Hij zat vlak bij mij, daar waar jij altijd zat mam. Maar tegenwoordig zit hij ook geregeld net naast me. En elke dag gaat hij ook op mijn schoot zitten. Eigenlijk is het niet op schoot, hij gaat op mijn schouder zitten en kop tegen me aan. Dan kan ik hem doodknuffelen en kan alles met hem doen. Hij blijft als een klein baby gewoon liggen.

Kom maar op bedje. Dat verstaat hij ook. Op mijn bed ligt een kleedje waar hij voordat ik ga slapen altijd even gaat zitten. Mam, je zei dat het niet kon, en dat ik dat niet moest doen. Want hij zal mij wakker houden. Mijn bril eraf gooien en allemaal dingetjes wat je maar kon verzinnen waarom het niet zou kunnen. Tommy slaapt op mijn slaapkamer. Hij heeft tijden gehad dat hij op de bank op de overloop sliep. In het begin sliep hij pal naast me op bed. Maar dat heeft Tommy niet heel lang volgehouden. Als de lamp uitgaat dan springt hij eraf en gaat hij vlak bij mijn bed op de grond liggen en slapen. Mam, ik heb natuurlijk een lekker warm dekentje op de grond gelegd waar hij op kan slapen. Wel moet ik zeggen dat de laatste tijd hij graag met mijn voeten speelt. Op moment dat het lampje uitgaat, loopt hij richting mijn voetjes en dan voel ik tikken op mijn voeten als ik ze beweeg. Maar als ik zeg Tommy niet doen, dan stopt hij.

Soms gaan er dingen fout. Mam, Tommy kan zo schrikken. De eerste keren dacht ik zelfs dat Tommy mijn bank beschadigde. Maar ik kan het altijd wel uitwrijven. Ik heb het woordje boemetje maar ingevoerd. Iets wat valt is boem. Iets wat fout gaat is ook boemetje. Acht Tommy, boemetje? Dat is als Tommy iets doet wat fout gaat. Zo viel een keer een plant. Ach boemetje. En dan kijkt Tommy mij aan en knipt hij met de ogen. Als hij schrikt en ik zeg direct daarna boemetje, zie je dat hij weet dat er niets aan de hand is. Ook als er vuurwerk afgaat en hij schrikt daarvan, dan zeg ik boemetje. Nee mam, hij is totaal niet meer bang voor vuurwerk! Hij kijkt er zelfs na.

Er zijn ook woorden en zinnen die ik niet noem, maar jij wel mam. Keukentje toe is natuurlijk bij mij afgevallen. Daar moest Tommy bij jou slapen. En poepje gedaan, dat zeg ik niet tegen hem. Tommy wil ongestoord z'n behoefte doen en loopt dan altijd uit de kamer waar de kattenbak staat. Helpjes doen, dat is nog wel een woord die ik gebruik. Maar daar is nu wel bijgekomen: ik ga stofzuigen, daar houd je niet van. Als ik daar houd je niet van zeg, is hij zo weg mam.

Piep piep, ga je piep piep kijken, daar zijn piep pieps. Ja mam, die is gebleven. En Tommy hoorde laatst vogels die op tv waren. En ik zei: piep pieps!! En Tommy kijken, bleef kijken. Op mijn eerste verjaardag zonder jou mam, vlogen er allemaal vogeltjes langs het raam en gingen voor het raam zitten. Ik moest wel aan je denken dat je gezegd had dat jij vogeltjes stuurt als je in de hemel bent. Maar zo zie ik wel vaker mam dat ik aan je denk. Ineens lagen er twee vogelbollen op de grond, net voor het raam. En waren er raven die dit probeerde op te eten. Tommy keek en bleef kijken. Het was zo leuk gezicht. Mam, stuur gerust wat vaker vogels richting Tommy hoor.

Tommy heeft nog steeds jouw balletje. Daar zit zo'n leuk belletje in. En geregeld loopt hij met dat balletje in zijn bek en gooit hij het naar beneden van de trap en speelt hij met dat balletje. Maar het kan ook weken lang op de grond liggen terwijl Tommy het niet aanraakt. Dan denk ik, waarom blijft het dan zo liggen. Maar toen Tommy en ik een keer op bed lagen, hoorde wij beide ineens dat belletje. En weg was Tommy en ging met dat balletje spelen.

Wat zeg je dan?, Tommy reageert hier meestal met een miaauw op. We praten met elkaar. Wat zeg je dan Tommy? Ja he, ach wat is er dan? Miaauw. Maar als we in huis elkaar tegen komen dan zeg ik vaak hoi en Tommy zegt dan miaauw. Eigenlijk is het niet miaauw, dat mi laat hij altijd weg. Auw auw. Maar Tommy kan ontzettend hard miaauw zeggen hoor! Mam, ik had hem laatst vergeten om hem te voeren. Nauw je moet hem dan horen!

Nog kent hij ook. Mam, elke ochtend direct hem kammen lukt niet meer altijd. Ik had je het beloofd maar Tommy gaat voor mijn bed zitten en als ik naar hem toe loop, gaat hij onder mijn bed liggen. Maar als ik beneden ben, zeg ik: kammetjes nog, oogjes nog. En het komt ook geregeld voor dat hij dan mee loopt naar boven zodat ik hem nog kan kammen. En dat ik zijn oogjes schoon maak. En natuurlijk dan krijgt hij een mamasnoepje.

Natuurlijk kent hij het woordje kusje. En kusje waar dan leidt nu dat hij een kopje op mijn smoel geeft. En van het spin geluid begrijp ik dat hij ontzettend tevreden is. En natuurlijk ken hij ook het woordje stout. Ja mam, je had gevraagd of ik nooit boos op hem wil zijn. Dat ben ik ook nooit. Maar soms moet ik hem wel aangeven dat hij stout is. Maar mam, hij is niet vaak stout hoor. Hij is maar zelden stout en dat mag hij ook wel eens zijn.

Als ik Tommy nieuw water geef, dan zeg ik altijd watertje. Jij wil nieuw watertje he Tommy. Hij zit dan altijd op afstand te kijken of ik alles wel goed doe. Tommy doet niet meer helpjes zoals toen bij jou hij de schoonmaakster in de gaten hield. Nee Tommy loopt altijd met me mee, maar als ik aan het schoonmaken ben, dan zit hij op afstand naar me te kijken. Maar stofzuigen, nee daar houdt hij niet van.

Waar is Tommy? Waar is neusje, waar is oortje. Ja dat spelletje speel ik zo af en toe met hem. Ik zeg wel eens: Tommy is lief, Martin is stout. Ja, dan zeg ik bijvoorbeeld: wil Tommy snoepje? Waar dan? En dan loop ik niet met hem mee. En dan zeg ik: Martin stout. Hij begrijpt dat! En bij het kammen gaat het ook wel eens fout. Ach Tommy, Martin stout!

Tommy en ik maken zo heel veel mee. En praten met elkaar, begrijpen elkaar.

Foto behorend bij blog




Overige blogposts worden nu geladen...